Hooggevoelig, Hoogbegaafd & Beelddenken

Wat is Hooggevoelig en HSP?
Er is de afgelopen tien jaar gelukkig al heel veel geschreven over Hooggevoeligheid (High Sensitive Person en HSP- Strong-willed) zowel vanuit een wetenschappelijke invalshoek (o.a. door Elaine N. Arons) als vanuit kindercoaches en de meer spirituele hoek (Nieuwetijd- kinderen). Ook zijn er prachtige boeken geschreven over de uitdagingen die je tegen kan komen bij het opvoeden van Hooggevoelige kinderen (o.a. door Esther Bergsma, Eva Bronsveld, Janneke van Olphen, Sandra van Bijsterveld en Nessie de Zitter). Daarnaast zijn er helpende prentenboeken voor kinderen geschreven over Hooggevoeligheid (o.a. de ‘Draakje vurig-‘ en ‘Langmuts-‘ serie, de boeken ‘Ferm’ van Tirza van Schie en ‘de geheimen van Aquarius’ door mijn vriendin Jolien Ballhaus). Ik wil hier ook heel graag de inspiratiekaarten Puur Hooggevoelig van Jolijn Hendriks niet onvermeld laten.
Ik zal hier dus maar heel kort uitleggen wat Hooggevoeligheid in  algemene zin betekent en daarna doorgaan naar mijn persoonlijke visie op Kwaliteiten en uitdagingen en de behoeften van Hooggevoelige kinderen.
Algemeen:
Ongeveer 20% van de mensen wordt als Hooggevoelige beschouwd. Zij beschikken over een aanzienlijk gevoeliger zenuwstelsel en krijgen dus via hun zintuigen meer prikkels uit hun buiten- en binnenwereld te verwerken dan andere mensen. Bovendien hebben zij ook een intensere, diepere verwerking van de prikkels. Ze zijn gevoeliger voor prikkels uit nieuwe situaties. Ze merken kleine veranderingen in een ruimte direct op, schrikken sneller en zullen vaak geneigd zijn om eerst te observeren en daarna pas mee te doen. Ze hebben er vaker last van als  het dagritme veranderd. Dat alert afgestemd zijn kan soms erg vermoeiend en stressvol zijn.
Talenten:
Hooggevoelige mensen zijn vaak creatief, plichtsgetrouw en ze houden van diepgang. Ze kunnen intens genieten, hebben een rijk gevoelsleven, zijn sterk gericht op harmonie en hebben oog voor schoonheid. Talenten die mijn inziens typisch bij Hooggevoelige mensen (kunnen) horen zou Luk Dewulf omschrijven als: Sfeervoeler, Samenbrenger, Buikdenker, Mooi-maker, Weger, Vertrouweling, Trouwe vriend, Stille helper,  Bruggenbouwer, Doorzetter, Momentgenieter, Zinzoeker, Beeldorganisator, Groepsdier, Creatieve maker, Kansengever en Woordkunstenaar.

Prikkelverwerking in het lichaam:
Het lichaam kan bij hooggevoelige mensen vaak snel en heftig reageren op warmte, kou, ongeschikte voedsel, drank, onzuivere lucht, niet op tijd eten of drinken en pijn. Hooggevoelige mensen hebben verder vaker last van een drukke omgeving en meer te kampen met allergieën dan andere mensen. Hun lichaam reageert sterker op fel licht, harde geluiden (die echt pijn kunnen doen), sterke geuren, nieuwe smaken en irritaties op de huid (een nijnageltje, labeltje of natte vlek in het shirt kunnen onverdraaglijk zijn). Ze hebben veel meer dan gemiddeld last van slaapproblemen; van moeite met inslapen, vroeg wakker zijn, een vol hoofd, moeite met afscheid nemen en alleen zijn tot angsten en pieker-gedachten of nachtmerries. Soms moeten ze letterlijk weer even nagaan waar hun energie allemaal achtergelaten is gedurende de dag, zodat ze het terug kunnen halen om zich niet meer alleen te voelen als ze in hun bed liggen.
Sociaal & Intuïtief:
Hooggevoelige mensen zijn van nature heel intuïtief en goed in staat om subtiele signalen en details op te pikken die anderen vaak ontgaan. Intuïtie wordt ook wel het ‘onderbuik- gevoel’ genoemd. Het is het vermogen van je brein om direct en zonder aarzelen te weten. Vaak schreeuwt het brein echter harder dan de intuïtie en moet je eerst vertragen om erbij te komen. Hooggevoelige mensen verdwalen niet zelden in afwegen van voors en tegens; dat is de dualiteit van je mind. Je intuïtie piekert nooit; die WEET!  Ze staan niet graag in het middelpunt van de belangstelling of de groep en worden liever niet op hun vingers gekeken.  Zij beschikken over een sterk ontwikkeld inlevingsvermogen; ze voelen stemmingen snel aan en zijn zorgzaam maar ook vaak bang om anderen te kwetsen. Veel hooggevoelige mensen zijn teleurgesteld in vriendschappen omdat anderen ‘minder diep er in duiken’, wat minder loyaal, behulpzaam en empathisch zijn dan zijzelf zijn. Omdat ze het gevoel krijgen dat sommige vriendschappen enkel bestaan als zij zich aanpassen of zorgdragen t.b.v. de ander. Dat ze anders de aansluiting missen. Er zijn hooggevoelige kinderen die daarom weinig afspreken maar ook kinderen die juist heel veel erop uit trekken en graag ‘hun zin door duwen’.
Sociaal intens betrokken:
Hooggevoelige mensen maken zich van nature snel verantwoordelijk voor andermans problemen, voelen zich schuldig als ze anderen niet kunnen helpen en gaan daardoor nogal eens over hun eigen grenzen heen. Vanuit hun hooggevoeligheid voor sfeer en verwachtingen van anderen zijn ze zeer goed in staat om zich aan te passen aan hun omgeving. Voor mijn gevoel kunnen hooggevoelige mensen verder empathisch uitreiken naar de ander maar verliezen ze daar ook gemakkelijk energie en/ of hun eigenheid. Authenticiteit is de tegenhanger van je aanpassen. Gedrag van anderen komt bij henzelf ook sterker binnen en kan gemakkelijk kwetsen; zo zijn ze vaak hevig ontdaan van geweld in bijvoorbeeld films en kunnen ze kranten soms maar beter wegleggen. Dit komt ook omdat Hooggevoelige mensen een grote verbeeldingskracht hebben die ook kan leiden tot negatieve gedachten en gepieker. Ze zijn echter ook in staat om vaak gemakkelijk contact te maken met dieren, baby’s en energieën uit de spirituele wereld. Hooggevoelige kinderen zijn dan ook vaak al jong en meer bezig met zingevingsvragen over het leven, oorlog &vrede, god of de dood.
Ten aanzien van werk zijn Hooggevoelige mensen vaak bezield en succesvol of komen ze door hun perfectionisme en door hun neiging om zich te vergelijken met anderen wat vast te zitten en dan verstoppen ze hun ambities en talenten. Ze kunnen dan door hun uitstelgedrag als het waren wachten op acceptatie en goedkeuring van anderen. Door hun rechtvaardigheidsgevoel, zelfreflectie vermogen en empathie is een hooggevoelige werknemer een prachtige aanvulling voor een team. Schat ze op waarden want vanwege de hoog ontwikkelde zelfreflectie kunnen ze onzeker zijn over zichzelf, hun eigen kunnen en zelfs faalangst ontwikkelen. 
Thermometer van de omgeving:
Hooggevoelige kinderen zijn de thermometers van het gezin en de samenleving. Als de emotionele temperatuur niet in overeenstemming is met hun behoeften, zal het hooggevoelige kind dat aangeven middels druk of stil gedrag of het laten merken door fysieke klachten (als hoofdpijn en buikpijn). 
Op school:
Hooggevoelige kinderen op school kunnen last ervaren van overprikkeling en faalangst maar ook van de manier waarop lesstof aangeboden wordt in ons Westerse Onderwijssysteem. Veel Hooggevoelige mensen hebben een visueel ruimtelijke leerstijl; er stroomt meer bloed naar de rechter hersenhelft weten we uit onderzoek. Het rechter hersengebied zorgt ervoor dat we kunnen fantaseren, creëren, zintuigelijk waarnemen vanuit het grotere geheel, hypothetisch denken en gericht zijn op intuïtie en non-verbale kennis. Ze willen kortom verbanden zien en het grote plaatje helder hebben voordat ze zich met afzonderlijke opgaven willen bezig houden. Ze geven antwoorden omdat ze het gewoon intuïtief weten i.p.v logisch beredeneerd. Ze willen zich emotioneel verbinden met het onderwerp en het nut van werkzaamheden inzien. Ik leg hieronder nog meer uit over visueel ruimtelijk, oftewel Beeld- denken.

En hoe is het voor jou?
Als je ontdekt en erkent hebt dat jij Hooggevoelig bent kan dat een enorme opluchting geven. Je kunt dan beter plaatsen dat anderen qua invoelingsvermogen, zorgzaamheid en betrokkenheid anders afgestemd zijn op jou dan jij op hun. Je kunt dan bovendien rekening houden met je eigen gevoeligheid zodat het geen valkuil of kwetsbaarheid maar een kracht en talent wordt. Je dient te luisteren naar je lichaam en eigen keuzes te maken die goed zijn voor jou. Daarbij zal je wellicht meer verwerkingstijd moeten invoeren om niet op een burn- out af te stevenen. Als je hooggevoelig bent ben je niet beter dan anderen (ook al insinueert de term ‘hoog’ gevoelige dat bij sommigen). Ook is het niet handzaam om het uit te vergroten als excuus om eigen onzekerheid of verantwoordelijkheid maar niet aan te gaan. In onze huidige samenleving vol prikkels en heftige gebeurtenissen die elkaar razend snel opvolgen is hoog gevoelig zijn een grote uitdaging. Je bent als Hooggevoelig persoon door de intense diepe verwerking van emoties ook kwetsbaarder voor het oplopen van trauma’s. Je bent gevoeliger voor prestatiedruk die je voelt op je werk of school terwijl anderen daar nauwelijks last van hoeven te ondervinden. Onze samenleving doet bovendien een sterk beroep op de mind maar als je veel in je hoofd gaat zitten verlies je verbinding met je lichaam en daarmee ook met je gevoelens en behoeften terwijl daar nou juist als Hooggevoelig persoon je grote kracht en kwaliteit ligt. Ik ben er van overtuigd dat er momenteel niet voor niks zoveel mensen met Hooggevoeligheid zijn die deze uitdaging tegenkomen; als we de balans in onszelf weer meer terugvinden (tussen hoofd en hart, denken en voelen) komen we die balans ook vanzelf weer meer tegen in de wereld om ons heen; zo binnen zo buiten is immers een universele energetische wet. Maar hoe laat je het denken soms los en vertrouw je op de fluistering van je binnenwereld; je emoties en intuïtie? En hoe ‘verdrink’ je daar dan niet in maar behoud je je kracht en Kompas? 

Ik (her)ken de dilemma’s en help je er graag bij!
Wat helpt:
Ik zou je sowieso willen uitnodigen om je ‘anders zijn’ te accepteren en om het te gaan gebruiken om je intuïtie nog verder te ontplooien. 
Je intuïtieve gaven vergroten vraagt van je om je voelsprietjes meer naar binnen- en minder ver naar buiten te richten zodat je gevoeligheid meer in balans komt. Daarvoor is innerlijke rust de sleutel tot de deur van je hart en je ziel. Om voluit te kunnen leven met hooggevoeligheid is het van belang om telkens weer contact te maken met je eigen wensen en dat lukt meestal pas als de stemmen en gedachten in je hoofd zwijgen.  Voedt je lijf met rust en stilte, dan kun je steviger meeveren vanuit je innerlijke leiding en veerkracht zonder je balans te verliezen. Laat los in welke vorm ook; door te dansen, springen, wandelen, mediteren, creatief te zijn, seks te hebben, te huppelen en in de natuur te zijn. Verzorg de wonden die je in je leven hebt opgelopen i.p.v. ermee te overleven. Los je ‘trauma- sporen’ op (die hebben we allemaal) want dat geeft ademruimte, levenskracht terug en lichtheid. Je kunt ook selectiever gaan kiezen waar je wel en niet voor wilt openstaan en op in wilt gaan en beschermt jezelf op die manier energetisch. Dat geeft een gevoel van vitaliteit en veiligheid. Dan wordt je gevoeligheid dienend voor jezelf en voor anderen en hou je het in balans. Schepper zijn van je eigen leven is het afleggen van de zwaarte in je leven, om weer ruimte te maken voor wie je werkelijk bent (los van dragen, aanpassen en het redden van anderen). Ik wens het je toe, lief mens!
Als ouder in de opvoeding:
Je kunt je voorstellen dat jij als Hooggevoelige ouder sommige extra uitdagingen tegenkomt bij jouw Hooggevoelige kind. Jullie zijn immers allebei geneigd om stemmingen van anderen snel op te pikken en over te nemen. Je eigen emoties als ouder benoemen en aangeven dat het niet de schuld is van je kind dat je je zo voelt geeft houvast voor je kind. Neem voldoende tijd en ruimte voor jezelf om weer op te laden zodat je daarna weer beter achter gedrag kan kijken en rustig kan blijven. Daarnaast heeft een hooggevoelig kind vaker behoefte aan bevestiging waardoor het veelvuldig aandacht vraagt. Als ouder reageer je daar soms, vanuit vermoeidheid, eigen overprikkeling of irritatie afwijzend op waardoor het kind zich voelt afgewezen en weer extra behoefte heeft aan bevestiging. Zo worden zowel de behoefte van jou als die van je kind niet bevredigd.

Hooggevoelige kinderen kunnen ook intense woede of verdrietbuien hebben door de overprikkeling. Op zo’n moment moet het kind zich ontladen of afsluiten om daarna pas weer nieuwe input te kunnen verwerken; praten om tot reden te brengen, regels toe te lichten of een conflict op te lossen kan het kind er dan niet meer bij hebben. Het komt niet meer binnen uit zelfbehoud van het lichaam dat al op tilt geslagen is. Dit kan natuurlijk ook voor jou als ouder gelden; dat je meer tijd en ruimte nodig hebt om te herstellen na een aanvaring met je kind. Omdat het in het heetst van de strijd moeilijk is om de grenzen voor jouzelf en je kind te bewaken is het fijn om dit soort situaties zoveel mogelijk voor te zijn. Nabespreken en zoeken naar de achterliggende oorzaak van de overprikkeling en vooral ook naar een ieders behoefte kan helpen en geeft meer rust. Voor hooggevoelige kinderen is het extra belangrijk om te leren over emoties en hoe er mee om te gaan (liefst door te zien hoe ouders constructief met hun emoties omgaan). Voor zowel Hooggevoelige volwassenen als kinderen geldt dat goed Aarden en bewust ontspannen ontzettend essentieel is om niet een speelbal van je omgeving te worden en om niet voortdurend emoties van anderen (onbewust) over te nemen. Leren hoe je liefdevol kunt begrenzen en hoe je gevoelens van anderen ook daar kan laten liggen als je daar voor kiest helpt je van kwetsbaarheid naar kracht!  
Als het kind in mij leeft vanuit een tekort, leef ik als volwassenen niet vanuit overvloed. Jouw kind spiegelt meestal het kind in jou als ouder. Durf voluit te leven!
 
Mocht je veel van Hooggevoeligheid bij je kinderen en/ of jezelf herkennen en op zoek zijn naar steun, iemand die met je mee denkt en zoekt en helpt om in je kracht te blijven in sociale relaties en je gezin of team, dan neem gerust contact met me op zodat we elkaar kunnen ont- moeten.
Hoogbegaafdheid
Mijn excuses; deze info wordt momenteel aangepast en zo snel mogelijk weer toegevoegd.
Wat is Beeld- denken?
Ook hier zal ik eerst kort algemeen uitleggen wat Beeld-denken is al vorens over te gaan naar mijn persoonlijke visie en aanbod.
Er zijn twee geheel verschillende manieren van denken; beeld-denken en taal-denken. Ook beter bekend in onderwijsland als de ‘visuele- cognitieve stijl’ of de ‘verbale cognitieve stijl’.
Een cognitieve leer-stijl geeft de manier aan waarop mensen denken, leren, waarnemen, informatie verwerken en problemen oplossen. Het is een aspect van iemands persoonlijkheid. Wij zijn allemaal gezegend met meerdere zintuigen die ons helpen om de informatie uit onze omgeving op te nemen en te verwerken. Daarbij zijn er bij ieder mens eenaantal dominant over de anderen. Uiteraard kun je ook via proeven en ruiken zeer veel informatie halen die je helpen  om te overleven, keuzes te maken en om vooral ook te genieten. Bij het leren op school gaat het echter meestal vooral om de volgende bronnen/ ingangen van informatie:
Taal- denkers nemen het liefste informatie op via hun oren en ogen; daarmee verwerken zij de lesstof het gemakkelijkste. Zij werken graag vanuit de analyse stap voor stap naar de oplossing.; vrij lineair in opbouw. Zij kopiëren en reproduceren/ automatiseren informatie snel en goed. De taal-denkers voeren opdrachten in vaste volgorde uit en onthoudt letterlijk. Zij werken vanuit de kern van de lesstof naar het geheel en trekken dan logische conclusies. Taal-denkers zijn in het Westerse onderwijs sterk in het voordeel omdat dit erg talige en methodische gericht is op zien, luisteren, reproduceren en stap voor stap analyseren. 
Beeld-denkers daarentegen hebben het vaak lastig binnen ons onderwijssysteem. Zij nemen het liefste en natuurlijkst informatie op via hun voelen en via beweging en ervaring.  Ze denken vanuit gebeurtenissen en beelden en niet zozeer vanuit woorden en begrippen. Deze mensen zijn goed in visualiseren omdat zij over een sterke verbeeldingskracht beschikken. Op school worden ze, als de manier van lesstof aanbieden niet zo bij hen aansluit, gezien als dromerig en (over) gevoelig. Ook hebben zij een sterker visueel ruimtelijk inzicht, ze zijn erg gericht op het hele plaatje. Werken vanuit het geheel al associërend naar een oplossing. Ze richten zich graag op onderlinge verbanden en onderzoeken meestal meerdere oplossingen bij een probleem of vraag.  Ze zoeken circulair naar de kern/ essentie en willen graag dat iets klopt.
De beelddenker denkt associatief en overziet het geheel. Hij voegt eigen ervaring en kennis toe en ziet logische verbanden. Van het geheel gaat hij naar de kern.
Beelddenkers zien beelden van situaties en gebeurtenissen, waarin meerdere zaken tegelijkertijd zichtbaar worden. Daardoor overziet de beelddenker snel het geheel en doorziet hij snel de oplossing. Maar nu nog het onder woorden brengen, dat is een probleem.
De kracht van beelddenken:
  • vindingrijkheid;
  • verbondenheid met medemensen en de wereld;
  • een rechtstreeks weten;
  • spontaniteit (indien niet in de kiem gesmoord);
  • eigen kijk op situaties;
  • originele, onverwachte oplossingen en ideeën;
  • aanleg voor het doen van ontdekkingen;
  • goed oriëntatievermogen;
  • gave van vrij en boeiend (beeldend) spreken
De uitdaging voor  beeld-denkers:
  • onthouden van namen bij personen en straten, maar wel onthouden van beelden van personen en straten;
  • woordenkennis, met name `moeilijke woorden` en abstracte begrippen;
  • leren van nietszeggende dingen;
  • leren van leerstof zonder inzicht;
  • leren van feiten zonder verband;
  • het volgen van een vaste lijn, eerst dit en dan dat;
  • vooruitdenken en plannen (een beelddenker zal wel zien).
Beelddenkende mensen zijn vaak ook sterk empathisch en vrijheidsgezind.
Onderaan deze tekst heb ik een lijstje opgenomen met kenmerken die veel voorkomen en kunnen horen bij Beelddenkende kinderen.
Afbeeldingsresultaat voor beelddenkenOp school:
De beelddenker heeft het vaak lastig binnen het onderwijs omdat het onderwijs grotendeels aansluit bij de informatieverwerving en –verwerking van een taaldenker. Beelddenkers hebben moeite met het verwerken van informatie op basis van tijd en volgorde. Een beelddenker verwerkt een probleem vanuit het overzicht. Vanuit dit overzicht komen zij al associërend naar een antwoord. Een beelddenker krijgt veel associatiebeelden die elkaar zelfs overlappen.  Het lijkt dan of de Beelddenker niet oplet, maar hij verwerkt juist veel associaties heel snel na elkaar. Een leerling die zijn informatie voornamelijk via beelden verwerkt, neemt al snel 1500 prikkels per minuut waar. Dat is heel veel afleiding tegelijk en dus is focussen lastiger. Het lijkt dan in de klas alsof het kind ‘ wegdroomt’ terwijl hij heel hard werkt maar hij mist wel regelmatig de uitleg.  
In tegenstelling tot de 1500 prikkels van visuele waarnemingen, kan een taaldenker maar 200 woorden in een minuut uitspreken of denken.
Probeer het zelf maar eens

Omschrijf nu eens een beeld dat we laten zien, terwijl je begint, laten we het volgende beeld al weer zien, terwijl je begint, laten we weer een volgend beeld zien terwijl je begint, laten we weer een volgend beeld zien (een beetje zoals vroeger toen je de ondertiteling nog niet bij kon houden met lezen maar het verhaal wel doorging en je daardoor elke keer wat mistte).  
Dit zijn associaties. Lastig dus!
De associatiebeelden geven onrust en chaos in het hoofd van het kind.
Dat lijkt op ADHD, maar het is het associatieve denken van een Beelddenker!
Beelddenkers willen informatie graag gelijktijdig verwerken. Een taaldenker zoekt altijd naar de verschillen en hij trekt op basis van die verschillen logische conclusies. Een beelddenker zal echter vanuit het geheel van associatiebeelden altijd naar overeenkomsten zoeken. Details onderscheiden (bijvoorbeeld het verschil tussen een b en d)  is moeilijk voor een beelddenker. Hij werkt immers op basis van overeenkomsten en kijkt niet naar de verschillen. De belevenis staat bij beelddenkende kinderen voorop, omdat ze woorden eerst moeten vertalen in beelden om ze te kunnen begrijpen.
Alles wat beelddenkers willen vertellen, speelt zich van tevoren in hun hoofd af. Het nadeel daarvan is dat ze de beelden achteraf moeten vertalen in woorden. Dit maakt het voor hen heel erg moeilijk om een goed samenhangend verhaal te vertellen. Wat heb je verteld en wat niet, waar begin je met vertellen en wat is dan het einde van je verhaal? Een beeld heeft namelijk geen begin en geen eind. Een verhaal wel. Daar komt ook nog eens bij, dat woorden waar beelddenkers geen beeld bij kunnen vormen (lidwoorden, abstracte zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, enzovoort) door hen niet vaak gebruikt zullen worden tijdens het spreken en schrijven. Dit komt omdat deze woorden  geen beeld hebben. In geschreven verhalen, zullen deze dan ook vaak ontbreken. We bedoelen woorden als: de, het , een, waar, omdat, hoe(de zogenaamde ‘lege woorden’).
Een beelddenker communiceert zwak. Dit heeft te maken met het snelle associatieve denken. Daardoor heeft zijn verhaal nooit een begin of einde. Een beelddenker heeft geen goed gevoel van oriëntatie in de tijd. Beelddenkende kinderen hebben dan ook bijna altijd problemen met tijdsbesef, volgorde en procedures en zij missen dus vaak het inzicht bij klokkijken. oriëntatie in tijd en ruimte. Tijd en volgorde zegt een beelddenker niets (is abstract voor hen). Een beelddenker heeft niets met tijd. Een uur, een minuut;  het kind vindt er geen beeld bij.
De beelddenker mist vaak het inzicht in verleden en heden en de volgorde van gebeurtenissen. De beelddenker vindt het lastig om de dagen van de week op volgorde te leren, en begrippen als vandaag, morgen, gister te leren.
Beeld-denken is niet hetzelfde als dyslexie
Bij beelddenkende kinderen zie je vaak kenmerken van dyslexie, dyscalculie, ADHD, ADD en/of hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid. Alhoewel de symptomen van dyslexie en beelddenken sterk op elkaar lijken, betekenen beide begrippen niet hetzelfde. Dyslexie en Dyscalculie zijn neurologische verwerking-stoornissen. Beelddenken is een oorspronkelijk denkproces, waarbij het visuele leersysteem de voorkeur heeft. Een beelddenker kan dus wel kenmerken van dyslexie vertonen, maar er is een duidelijk verschil: de problemen bij dyslexie of dyscalculie zijn blijvend?
Hoe kun je jouw beeld-denkende kind als ouder zelf ondersteunen?
Er zijn verschillende professionele leerstrategieën ontwikkeld voor Beelddenkende kinderen. Kijk ook zeker eens rond op internet of vraag gerust om boekentips (zie ook bij inspiratie op deze website). In zijn algemeenheid kun je zeggen dat het belangrijk is om je van het volgende bewust te zijn: 
  • Laat een beelddenker leren vanuit verschillende zintuigen: de ogen, de oren en vooral beweging. Wat de beelddenker lichamelijk voelt en ervaart zal hij niet meer vergeten. Beelddenken is immers een zintuiglijk waarnemen. Dus stampend de tafels leren etc. een geschiedenisles blijft hangen als het kind heeft mogen rondlopen in de middeleeuwen of heeft mogen eten als een romein etc.
  • Werk met kleuren/ blokjes; bijvoorbeeld met de methode’ taal of rekenen in blokjes’
  • Werk met Mindmaps; bv de K-map (Knowledge-map); om relaties en hiërarchie tussen informatie visueel te ordenen. De K-map wordt gebruikt voor het aanleren van andere talen.
  • Werk vanuit het geheel naar de delen; top down leren. Kijk ook maar eens op youtube bij octopus academy
  • Aandacht voor de Auditieve verwerking
De ogen gaan voor de oren. Beelddenkers kunnen goed horen, maar het luisteren is zwak. Kinderen die moeite hebben met lezen en/of spellen kunnen de verschillende klanken in onze taal niet goed onderscheiden. Het is aan te raden om met deze kinderen luisteroefeningen te doen, zodat zij klanken beter leren  onderscheiden. Je kunt bijvoorbeeld veel rijmspelletjes doen of spellen waarbij het kind met gesloten ogen moet raden vanuit welke richting het geluid komt. Je kunt ook 2 bijna identieke zinnen na elkaar zeggen en het kind vragen naar het verschil; dit bevorderd het auditief luisteren en focussen.
  • Aandacht voor/extra trainen van het Werkgeheugen
Het werkgeheugen is belangrijk om op school goed te kunnen leren en automatiseren. Het werkgeheugen bestaat uit een auditief werkgeheugen en een visueel werkgeheugen. Doordat de beelddenker auditief zwak is, is het aan te raden om oefeningen met hem te doen die het verbaal-auditief werkgeheugen verbeteren. Je kunt een spelletje maken van het nazeggen van cijferreeksen (vooruit en later ook achterste voren) en een spelletje als  ‘ik ga op vakantie en neem mee’ helpt ook goed.
  • Andere aandacht voor Tijdsbesef en leren Klokkijken
Koppel tijd -afspraken aan een beeld; als de zon ondergaat moet je binnen komen bv..
Laat ze ervaren hoelang een minuut kan duren door ze te laten raden wanneer 1,2 of 10 minuten om zijn en maak er een spelletje van zodat het gaat leven. Als het tijdsbesef een beetje begint te groeien, kunnen de volgende vragen worden gesteld:
  • Hoeveel minuten eet je bij het avondeten?
  • Hoeveel minuten douche je?
  • Hoeveel minuten doe je erover om naar school te komen?
  • Hoeveel minuten duurt de gymles?
  • Hoeveel minuten duurt het buitenspelen op school?
  • En verzin er nog meer..
Daarna mag de beelddenker zeggen wat hij bijvoorbeeld in 5 minuten allemaal kan doen! Probeer aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind. Daarna kan het leren klokkijken pas op speelse wijze worden opgebouwd; bijvoorbeeld met een getekende klok op de stoep en een kind dat de wijzer speelt en een uur mag lopen, en daarna 10 minuten (een soort twister). Ze kunnen dan ervaren hoe het is om te lopen als de grote wijzer en hoe snel moet je gaan als je de kleine wijzer bent.
Begeleiding voor kinderen die in beelden denken.
Beelddenkers kunnen leren om bewust plaatjes te maken in hun hoofd van wat zij willen onthouden. Zij maken gebruik van hun gave van beelddenken. Hoe gaaf is dat!
Wat is de Ik-leer-anders- methode?
Deze leer en werkmethode biedt veel praktische handvatten voor Beelddenkers die tegen belemmeringen aanlopen of zelfs soms vastlopen in het onderwijs. De kern is dat kinderen leren hoe ze van een Word-document (auditieve informatie) een jpg-tje (een foto-beeld )kunnen maken en opslaan in hun hoofd. In deze methode ga je aan de slag met een werkboek waarin veel aspecten aan bod komen, te weten;spelling, lezen, rekenen, klokkijken, spreekbeurten en klokkijken.
 
Bij spelling leer je woord- en dicteewoorden visualiseren. Bij het rekenen gaat het om feeling krijgen bij de grootte van getallen, het opslaan van het 100 vel, het automatiseren van sommen en het opslaan van de tafels en breuken. De methode is in principe geschreven voor het basisonderwijs. De methode kan heel snel voor verandering zorgen als het kind eenmaal zelf doorkrijgt hoe eenvoudig het werkt en ook didactische achterstanden kunnen op deze wijze vrij snel ingehaald worden.  Kijk gerust eens rond op de pagina van de vrouw die deze methode heeft ontwikkeld; Agnes Oosterveen via de website: www.ikleeranders.nl.
Ouders kunnen het werkboek bestellen en er zelf met hun kind mee aan de slag gaan maar ik adviseer wel om eerst een Ikleeranders-coach te vragen om het goed uit te leggen en bij de opstart te begeleiden.
Wilt u iets meer weten over deze methode kijk dan naar onderstaand filmpje van een informatiebijeenkomst door oprichters Agnes Oosterveen van “Ik leer anders” 
http://vimeo.com/17092185
Ik ben gecertificeerd Ikleeranders-coach en ik kan met u samen kijken of deze methode uw kind verder helpt. Ook als u twijfelt of meer informatie of overleg  wilt, denk ik natuurlijk graag met u mee.